Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In de duisternis doorgraaft [41]hij de huizen, [die] [42]zij zich des daags [43]afgetekend hadden; zij [44]kennen het licht niet. 41. Te weten, de moordenaar, van wien gesproken is, vs.14. 42. Te weten, de moorder met zijn metgezellen. 43. Dat is, die zij, loerende op huns naasten goed, gemerkt hadden, om dezelve des nachts te doorbreken en te overweldigen. 44. Niet kennen heet hier niet begeren, noch zoeken, maar haten en vlieden, om niet betrapt en ontdekt te worden. Vergelijk Jer.8:7; Rom.3:17.